5 NATUURZORG en het EIERZOEKEN

10 Januari 2010, 16:23
Tot voor 25 jaar geleden hoorde het eierzoeken bij de voedselvergaring.

Iedereen ging in het voorjaar op zoek naar wat extra voeding in de vorm van de eerste eieren van de weide- en watervogels. De latere eieren bleven wel liggen om de vogelstand op peil te houden. Weidevogels als kievit, grutto, scholekster en eend hebben zich in 2000 jaar landbouw aangepast aan menselijke aktiviteit.
Weidevogels zijn weidevogels. Geen natuurlandvogels. Weidevogels als de kievit waren best in staat om een bijdrage te leveren aan de voeding van mensen. In de vijftiger en zestiger jaren kwamen per jaar buiten het eigen gebruik om ook nog een paar honderdduizend kievitseieren op de markt. En de vogelstand bleef op peil.
De kievit en de andere vogels waren weidevogels en werden net als koeien, schapen, geiten, hazen en vissen benut door de mens. Dat ging wel gepaard met het gebruik om de opbrengst ervan te beschermen en te verhogen. Rovers van alle weidedieren werden geweerd, ook de rovers van de weidevogels. Daar heeft honderden jaren een evenwicht in bestaan.
Weidevogels hebben zich voortdurend aangepast aan de omstandigheden die de landbouw schiep. Hoe intensiever de landbouw werd, hoe beter voor de weidevogels, want hoe meer voedsel er voor hen beschikbaar was. Bij voldoende voedsel kunnen kieviten vier keer per jaar een leg brengen en grutto's, scholeksters en tureluurs wel twee keer. Op natuurland zal dit nooit lukken, maar wel op intensief weiland. Het meest duurzame voedsel is het voedsel dat vlakbij de mens gemaakt wordt zonder heen en weer gesleep. De kievitseieren die er vroeger gewoon toch al waren, zijn nu vervangen door kippeeieren. Daarvoor is elders heel wat natuurlijk regenwoud en natuurland met al zijn flora en fauna verdwenen.

Waarom is het nu dan zo slecht gegaan met de weidevogel?
Er is eigenlijk maar één aantoonbare oorzaak te noemen. Die bescherming om de opbrengst veilig te stellen bij weidevogels is verboden. Voor koeien, schapen en geiten is de bescherming nog steeds van toepassing, maar voor de hazen en weidevogels is de bescherming van de stand door wetten en regels veranderd. De mens op afstand heeft zich dit gedeelte toegeëigend van de plattelander en beschouwt het als zijn eigendom.

Zou het weer kunnen functioneren als voorheen en zou daar behoefte aan zijn?
Zolang we onze welvaart met regels kunnen blijven aansturen, zodat die op peil blijft, is er geen behoefte aan kievitseieren als voedsel. Voedsel halen we wel elders vandaan.
Sportieve ontspanning door in eigen buurt door weilanden te stappen lijkt ook niet meer van toepassing. Veel meer mensen met veel meer vrije tijd dan voorheen op een kleinere oppervlakte geeft snel wrijving en aanstoot.
Intussen gaat er veel geld en aandacht naar de kleiner wordende aantallen overblijvende weidevogels. Dat trekt de aandacht van veel mensen en instanties. Natuurorganisaties willen het naar zich toetrekken om het geld en het aanzien. Onderzoekers bemoeien zich er mee om het werk en het geld, en bestuurders bemoeien zich er mee om zichzelf belangrijker te maken.

Als natuurvogels hebben kieviten en andere weidevogels geen goede toekomst. En zover hoeft het eigenlijk ook niet te komen, want op de produktieve weilanden is plaats genoeg.
Als op boerenland de weid- en maaischade enerzijds en de predatie van legsels en jongen anderzijds beide naar beneden de 20% gebracht wordt, is het direct klaar.
Eierzoeken dan als leerproject om affiniteit en kennis van de wereld van de weidevogel en natuur te krijgen?
Prima zaak toch, hoe meer kennis hoe beter. En als beloning een lekker eitje eten? Niets mis mee toch?

Titus de Wolff


Wetenschappelijke reacties welkom.

Discussieresultaat.

- nu er telkens minder kieviten komen heeft de gemiddelde mens in Fryslân niet zo veel meer met het eierzoeken
- als we de eieren op maisland niet meer meenemen kunnen ze voor de grondbewerking misschien net uit zijn
- op het botanisch rijke grasland zou je veel nesten verwachten, maar daar wordt het steeds minder door de te grote predatie
- andere mensen hebben ons wel onze liefhebberij afgenomen
- aan zeer fanatieke eierzoekers beginnen we ons steeds meer te ergeren
- in onze weidevogelreservaten is het meestal ook droevig gesteld met de stand
- het verhaal van Theunis Piersma over de landschapsverandering klopt natuurlijk wel als één van de oorzaken van achteruitgang, maar dat kun je niet weer achteruitdraaien
- natuurorganisaties willen baas zijn over anderen en de wet voorschrijven maar hun beleid heeft ook altijd gefaald en moet steeds weer bijgesteld worden
- de natuur die natuurorg. kunstmatig maken is geen natuur
- de aantallen predators moeten op een maximum worden vastgesteld en gekoppeld aan de weidevogelstand
- mensen van natuurorg. zijn meestal zeer arrogante mensen
- de shared space gedachte, waarbij verantwoordelijkheid de plaats inneemt van verboden zou ideaal zijn, ook in omgang met natuur en eierzoeken maar voorlopig kunnen niet alle regels weg
- het eind van het eierzoeken lijkt nabij door de steeds verdere daling van de kievitenstand onder de thans geldende beschermingsregels
- wij zullen het nog beter moeten aantonen dat rovers een te grote invloed hebben op het groot worden van jonge vogels.



Reactie van Gosse Terpstra op 19 Juli 2011, 11:14

Als je stelt dat het weghalen van 1% van de eiproductie van de kievit (5900 eieren) geen negatieve invloed kan hebben op de kievitenstand, terwijl je diep van binnen weet dat je al die kieviten dwingt tot een later 2e legsel, die dan zeker op de kuilbult belanden, dan heb je een hele dikke laag boter op je hoofd en rest niets anders dan de predatoren en de buitenlanders de schuld te geven. Bravo!



Reactie van a de Jager op 30 Mei 2010, 13:14

"iets wat ik tegenkom op het net" en waar ik me goed in kan vinden.

Door: Tsjepke van der Honing
Woensdag 17 april werd het eerste kievitseitje van Skarsterlân gevonden, De dag er voor al het eerste van de provincie. Elk jaar wordt er druk gezocht om het eerste kievitsei. Niet alleen van de provincie, ook van alle gemeenten, veel vogelwachten en scholen wordt gezocht om het eerste eitje. Helaas (met de nadruk op helaas) wordt er niet meer gezocht om het eerste ei van Nederland dat vroeger aan de koningin werd aangeboden.

Het zoeken van de eieren is onlosmakelijk verbonden aan de nazorg, de bescherming van de kievit nadat het zoeken van de eieren verboden is. Om het stokje door te geven is het van belang dat ook de jeugd bij natuur en eierzoeken wordt betrokken. Immers hoe kun je de nazorg in stand houden als er geen jeugd meer is die een kievitsei kan vinden. Het aanbieden van het eerste ei zou stimulerend naar de jeugd kunnen werken om het veld in te gaan. Als je in de krant leest dat het eerste ei van Boarnsterhim is gevonden door een 9-jarig meisje en van Kollumerland door een 13-jarig meisje kun je constateren dat er nog belangstelling is bij de jeugd en dat het al lang niet meer om een traditionele mannensport gaat.

Slimme mensen hebben berekend dat het uithalen van 1 % van de eieren (ongeveer 5900 eieren) geen afbreuk doet aan de in standhouding van de kievitenpopulatie. Ondanks dat loopt de kievitenstand gestaag achteruit.

Helaas hebben de verschillende partijen dan de neiging om iemand anders daar de schuld van te geven. Eierzoekers die hun hobby graag beoefenen wijzen naar de Fransen en in mindere mate naar Spanjaarden en Italianen. In totaal worden in die landen naar schatting op jaarbasis rond de 750.000 kieviten geschoten of gevangen voor de consumptie. (LC 18 feb. 2009). Een gigantisch aantal helemaal als je dat afzet tegen het maar beperkte aantal eitjes dat hier mag worden geraapt.



Een andere oorzaak voor het teruglopen van de kievitenstand is volgens de eierzoekers de toename van predatoren. Vooral de vos, de buizerd en de zwarte kraai worden gezien als een regelrechte bedreiging voor de kievit. Dat leidt er op dit moment toe dat er mogelijkheden worden onderzocht om de predatoren te bestrijden. Ik ben van mening dat het allemaal toch iets anders ligt. Natuurlijk hebben die 750.000 geschoten en gevangen kieviten een negatief effect op de populatie. Maar in genoemde landen worden sinds mensenheugenis grote aantallen kieviten gevangen of geschoten terwijl vroeger de kieviten wel in groten getale in Nederland broedden.

Predatoren zijn de laatste jaren inderdaad toegenomen. Maar het schieten van zelfs alle vossen, buizerds en kraaien zal naar mijn mening geen of maar een heel beperkt positief effect hebben op de kievitenstand. Daarvoor is het scala aan predatoren veel te groot. Naast buizerd en zwarte kraai eten, kauwtjes, eksters, egels, bunzingen, hermelijnen, wezels, steenmarters, haviken, sperwers e.a. graag een kievit of een eitje. Door slechts naar een klein deel van de predatoren te kijken, lijkt de kans dan ook redelijk groot dat de andere predatoren meer jongen groot kunnen brengen waardoor er geen positief effect is op het aantal jonge kieviten.

Wie naar het beheer van het agrarische land kijkt, zal moeten constateren dat daar veel veranderd is de laatste 50 jaar. De weilanden zijn veel droger geworden en de machines veel groter en sneller. Tot in de zestiger jaren was het heel gebruikelijk dat je pas in juni maaide met een maaimachine die maar een metertje breed was en die werd getrokken door een span paarden.

Gevolg van dat veranderde beheer is dat er geen watersnippen en kemphanen meer zijn terwijl het aantal grutto's (met zijn lange snavel gespecialiseerd op nat weiland) in razend tempo achteruit gaat.

Beheer moet naar mijn mening dan ook worden gezien als de grootste bedreiging voor de terugloop van het aantal weidevogels. Dat betekent niet dat ik van mening ben dat de boeren het dan allemaal maar anders moeten doen. Zij hebben moeite genoeg om met een lage melkprijs (soms lager dan de kostprijs) de eindjes aan elkaar te knopen.

Als in Nederland jaarlijks grote bedragen worden besteed aan nieuwe natuur, (meestal bos) vraag je je wel eens af of dat ook anders kan. Het moet toch mogelijk zijn om met elkaar te kiezen voor de weidevogels. Daar zal zeker geld tegenover moeten staan om de boeren in staat te stellen de weilanden anders te beheren. Daar zullen ook zeker eierzoekers voor nodig zijn die aan nestbescherming doen. Daar zal ook zeker de jeugd bij betrokken moeten worden om het stokje aan door te geven. Met elkaar de schouders er onder is dan ook beter dan te wijzen naar een ander.




Reactie van A. de Jager op 28 Mei 2010, 10:07

Ik ga voor een beter biotoop beheer en niet alleen "weidevogelbeheer" Krachten moeten meer gebundeld worden tussen de diverse organisaties en kleine individuen. Er is nog veel winst te behalen door beter en met respect te communiceren. Predatie is een probleem , maar ik ben voor een groot deel ook van mening dat de moderne landbouw te snel gaat voor onze weidevogels. Ook dit jaar ligt 90% van ons uitgekomen kuikens voor het 6e jaar achterelkaar op de kuilbult.



Naam:
Email: